Wanneer werd het circuit gebouwd?

Het door mensen gemaakte Notre Dame-eiland in het midden van de St. Lawrence-rivier werd gecreëerd voor de Expo 67 World’s Fair in 1967. Toen de Expo en de daaropvolgende Olympische Zomerspelen van Montreal in 1976 de stad hadden verlaten, besloten enkele slimme mensen om een racebaan te maken van de wegen van het eiland. En zo werd het Circuit Ile Notre-Dame, zoals het toen heette, geboren.

Wanneer was de eerste Grand Prix?

Met de Canadese Grand Prix op zoek naar een permanent thuis gedurende een aantal jaren in de jaren 60 en 70, organiseerde het Circuit Ile Notre-Dame de eerste race in 1978. Passend genoeg claimde Gilles Villeneuve zijn eerste overwinning op het circuit dat uiteindelijk zijn naam zou dragen.

Hoe is het circuit?

Het snelle, lage-downforce circuit is een van de favorieten van de coureurs. De baan is behoorlijk stop-start, met veel zware remchicanes en de beroemde hairpin om de ankers hard aan het werk te zetten. Uit de bochten is de baan echter snel en vloeiend, terwijl het meest iconische stuk van het circuit helemaal aan het einde van de ronde komt: de Muur van Kampioenen, zo genoemd vanwege uitstapjes erin van Damon Hill, Jacques Villeneuve en Michael Schumacher tijdens het weekend van de Canadese Grand Prix in 1999.

Waarom gaan?

De Montrealais omarmen echt hun Grand Prix-weekend, waarbij de charmante stad verandert in een F1-liefhebbende feeststad in de week voorafgaand aan de race. Voor de Grand Prix zelf maakt de bosrijke omgeving het Circuit Gilles-Villeneuve een van de meest ontspannen locaties van de Formule1.

Waar is de beste plek om te kijken?

Het moet een van de drie tribunes zijn: Grandstand 15, 21 of 24, die allemaal om de hairpin heen staan. Het zorgt voor een echte amfitheatersfeer daar beneden, en stelt je in staat om alle hairpin-inhaalacties te zien.